Introductie

Psychedelica, zoals LSD en psilocybine, worden sinds de jaren vijftig en zestig onderzocht op hun mogelijke gebruik in psychotherapie. Vanwege hun associatie met de tegencultuur van die tijd en wettelijke beperkingen, is onderzoek op dit gebied echter beperkt. De laatste jaren is er echter een hernieuwde belangstelling voor het gebruik van psychedelica voor de behandeling van psychische stoornissen zoals verslaving, obsessief-compulsieve stoornis, posttraumatische stressstoornis en depressie.

Psilocybine, de actieve stof in paddo’s, is naar voren gekomen als een bijzonder veelbelovende behandelingsoptie vanwege de kortere duur en het lagere profiel in vergelijking met andere psychedelica zoals LSD. Studies hebben aangetoond dat psilocybine effectief kan zijn bij de behandeling van verslaving, met name voor alcohol en tabak, en bij het verminderen van symptomen van depressie en angst bij kankerpatiënten.

Ondanks deze hernieuwde belangstelling blijft het gebruik van psychedelica in therapie een controversieel en sterk gereguleerd gebied. Naarmate er echter meer onderzoek wordt gedaan en de potentiële voordelen van deze stoffen verder worden onderzocht, is het mogelijk dat hun gebruik in psychotherapie in de toekomst breder wordt geaccepteerd.

Algemeen

De afgelopen jaren is er een toename van belangstelling voor het gebruik van psychedelica in therapie, waaronder psilocybine. Dit is mede te danken aan de positieve resultaten die gemeld zijn door verschillende onderzoeksgroepen. Belangrijk is dat het actieve deel van de behandeling niet het middel zelf is, maar juist de ervaring. Hoe sterker de ervaring, hoe beter de resultaten op de lange termijn. Om de ervaring zo positief mogelijk te maken, lijken “set” en “setting” heel belangrijk te zijn. Er zijn studies uit de jaren 60 waarbij mensen die niet wisten dat ze LSD kregen, dit middel toegediend kregen terwijl ze vastgebonden waren op een bed. Het is geen verrassing (nu achteraf) dat deze mensen geen goede ervaringen hadden. Wat ook naar voren komt, is dat de resultaten in de loop van de tijd afnemen bij veel mensen (niet iedereen). Hoe sterker (mystieker, spiritueler) de ervaring, hoe langer de effecten lijken te blijven. Het lijkt er ook op dat het integreren van de ervaring de effecten meer “eigen” maakt. Met name bij psychische klachten zoals verslaving, depressie en andere dingen, lijkt het dat het inbedden van de psychedelische ervaring in een bredere, therapeutische context wenselijk is, zo niet noodzakelijk voor blijvende verandering op klachtenniveau. Deelnemers aan het onderzoek rapporteren ook vaak een verrijking van hun leven.

Een belangrijke gevolg hiervan is dat de opzet van een psychedelische therapie hier rekening mee moet houden door een goede opzet met introductie en follow-up te bieden.

Set en setting

Bij het gebruik van psychedelica spelen de psychologische staat en omgeving van de gebruiker een cruciale rol. Factoren zoals verwachtingen, intenties en de setting waarin de stoffen worden gebruikt, kunnen sterk bijdragen aan het effect en succes van de ervaring. Om het therapeutische potentieel van psychedelica te maximaliseren, is het belangrijk om een veilige en comfortabele omgeving te creëren en de ervaring te benaderen met een open, nieuwsgierige geest. Dit kan helpen bij het faciliteren van een positieve en betekenisvolle ervaring. Benieuwd hoe onze ruimte eruit ziet? Klik hier voor onze sfeerimpressie.

Contra-indicaties en veiligheid

Het gebruik van psychedelica is over het algemeen veilig en niet verslavend, hoewel er misbruik van kan worden gemaakt. De meeste psychedelica hebben een lage toxiciteit, wat betekent dat er een grote hoeveelheid moet worden geconsumeerd voordat ze een toxisch effect hebben. Met name psilocybine heeft een laag toxiciteitsprofiel en wordt als veilig beschouwd voor gezonde personen. Mensen met een voorgeschiedenis van cardiovasculaire problemen of psychische aandoeningen moeten echter voorzichtig zijn bij het gebruik van psychedelica, en het is belangrijk om te voorkomen dat ze samen worden gebruikt met bepaalde medicijnen die hun effecten kunnen versterken of verstoren. Over het algemeen zijn de juiste set en setting de sleutel tot een positieve en heilzame ervaring met psychedelica.

Tijdens het gebruik van psilocybine en andere hallucinogenen kunnen enkele lichamelijke symptomen optreden, zoals duizeligheid, zich zwak voelen, tremoren, spiertrekkingen, slaperigheid, tintelingen in de armen of benen, wazig zien, verwijde pupillen en spiertrekkingen. Deze effecten zijn echter tijdelijk en duren doorgaans zes tot acht uur na inname. Het grootste “gevaar” van psychedelica komt voort uit de mogelijkheid van een “bad trip”, die angst, paniek, dysforie (een gevoel van somberheid of prikkelbaarheid) en paranoia kan veroorzaken. Dit kan worden veroorzaakt door zintuiglijke factoren (zoals hallucinaties), fysieke factoren (zoals verhoogde gevoeligheid voor prikkels), psychologische factoren (zoals negatieve gedachten over zichzelf) of metafysische factoren (zoals ideeën over goed en kwaad). Bij gebruik zonder toezicht kan een bad trip leiden tot gevaarlijke situaties voor de persoon zelf of voor anderen. Het belang van de “set” en “setting” (d.w.z. de manier van denken en de omgeving van de persoon) bij het bepalen van de effecten van psychedelica kan niet genoeg worden benadrukt. Bovendien kunnen mensen met een voorgeschiedenis van psychische aandoeningen een verhoogd risico lopen op een psychotische episode die aanhoudt nadat het medicijn is uitgewerkt (hoewel dit nog steeds zeldzaam is en voorkomt bij ongeveer 1,8 op de 1000 mensen die een psychotherapeutische behandeling met psychedelica ondergaan). . Gezien dit verband met psychose, worden mensen met schizofrenie of andere stoornissen die door psychose worden gekenmerkt doorgaans uitgesloten van deelname aan onderzoeken met psychedelica. Bovendien kunnen bepaalde medicijnen verschillende (versterkende of remmende) effecten hebben op psychedelica, dus mensen die deze medicijnen gebruiken, worden ook vaak uitgesloten van dergelijke onderzoeken. Samenvattend zijn de ideale omstandigheden voor het gebruik van psychedelica (zoals psilocybine) onder andere:

  •  Goede lichamelijke gezondheid, vooral geen hartproblemen of hoge bloeddruk
  • Stabiele geestelijke gezondheid.
  • Geen gebruik van medicijnen, vooral psychofarmaca (maar ook bijvoorbeeld sint-janskruid, CBD-olie of andere “alternatieve” middelen); het wordt aanbevolen om tijdelijk te stoppen met het gebruik van niet-voorgeschreven medicijnen, omdat veel de effecten van psychedelica kunnen beïnvloeden.
  • Geen voorgeschiedenis van schizofrenie of andere psychotische ervaringen; omdat deze zich vaak voor het 25e levensjaar manifesteren wordt dit als ondergrens gehanteerd voor mensen die psychedelische therapie willen ondergaan.
  • Goede begeleiding tijdens gebruik, o.a. een positieve “set” (mindset) en “setting” (omgeving)

Deze voorwaarden zijn van toepassing op degenen die psychedelica willen gebruiken voor zelfontdekking of om een ​​mystieke toestand te ervaren. Bij bepaalde psychische stoornissen is vooral begeleiding van belang. Deze voorwaarden worden hieronder in meer detail besproken.

Onderzoek

Sinds 2006 is er een grote toename in wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van psychedelica in het algemeen en als therapeutisch middel in het bijzonder. In 2006 publiceerde Griffiths een artikel in psychofarmacologie. Dit wordt gezien als de “doorbraak” van hernieuwde belangstelling voor psychedelica. Het doel van het artikel was om vast te stellen of psychedelica (in dit geval psilocybine) ervaringen kunnen opwekken die geclassificeerd kunnen worden als ‘mystieke’ ervaringen. Het onderzoek bestond uit een aantal vrijwilligers die geen ervaring hadden met psychedelica. De meest interessante conclusie was dat een mystieke ervaring kon worden opgewekt en dat degenen die een mystieke ervaring hadden ook allerlei positieve veranderingen in hun gedrag en de manier waarop ze naar de wereld en zichzelf keken, hadden. Dit werd ook bevestigd door mensen om hen heen. Verder beschrijven de onderzoekers dat door goed om te gaan met ‘set’ en ‘setting’ negatieve ervaringen zeer beperkt en van voorbijgaande aard blijven. Hierbij moet worden aangetekend dat het om een ​​klein aantal mensen gaat, die allemaal psychisch stabiel, hoogopgeleid en van middelbare leeftijd waren. Het is nog onduidelijk in hoeverre dit gegeneraliseerd kan worden naar de ‘normale’ bevolking. In vervolgonderzoek (Griffiths 2008) is gekeken naar de langetermijneffecten (14 maanden); een groot deel van de deelnemers geeft aan dat het een van de belangrijkste gebeurtenissen in hun leven is, zowel persoonlijk als spiritueel. Bovendien bevestigde deze studie dat er geen blijvende bijwerkingen waren. In een ander vervolgonderzoek (Griffiths, 2011) is gekeken naar het effect van de dosis op het hebben van een mystieke ervaring, waaruit bleek dat een hoge dosis nodig is om dit effect te verkrijgen. Tegelijkertijd zijn de effecten van deze hoge dosis ook ‘intensiever’, zo’n 40% rapporteert ook sterke angstige momenten tijdens de sessie (iets wat bij de placebo en lage doses niet voorkwam). Deze angsten spelen geen rol in de beleving achteraf en lijken het mystieke effect niet te beïnvloeden. Nogmaals, de onderzoekers wijzen erop dat de deelnemers individuen waren die hoogopgeleid, psychologisch stabiel en van middelbare leeftijd waren. Ook hier werden de deelnemers goed begeleid (set en setting). Alle deelnemers aan alle onderzoeken hielden zich wekelijks op de een of andere manier bezig met spiritualiteit. De onderzoekers vragen zich daarom af of bijvoorbeeld atheïsten een soortgelijke ervaring zullen hebben.

Verslaving

Er is een aanzienlijke hoeveelheid onderzoek gepubliceerd over het gebruik van psychedelica bij de behandeling van verslaving, zowel in de jaren zestig als recenter. Het is opmerkelijk dat zelfs in studies die de “set” en “setting” niet zorgvuldig overwogen, toch positieve resultaten werden waargenomen. Hoe meer integratie en voorbereiding, hoe beter de effecten waren. Meer recentelijk heeft het onderzoek zich gericht op het gebruik van psilocybine als ondersteunende therapie bij mensen met een rookverslaving die eerder zonder succes hadden geprobeerd te stoppen. Na een jaar was 80% van de deelnemers aan het onderzoek nog rookvrij en bij een latere follow-up 60%. Deze resultaten zijn veel beter dan de resultaten die doorgaans worden behaald met de huidige behandelingen, die doorgaans na een jaar resulteren in een slagingspercentage van 30%. Dit was een klein, open-label onderzoek, dus het zou moeten worden herhaald met een grotere steekproefomvang en controleomstandigheden (wat nu begint te gebeuren). Er is ook veelbelovend onderzoek gedaan naar de behandeling van alcoholverslaving. Opnieuw blijkt dat hoe sterker de psychedelische ervaring is, hoe beter de resultaten. In de eerste studie, die twee sessies psilocybinetherapie omvatte, meldden deelnemers dat ze minder behoefte aan alcohol voelden en daarna veel minder dronken. Dit effect hield aan in de weken na het onderzoek. Dit onderzoek wordt nu uitgevoerd met een grotere steekproef en controlecondities.

Depressie

Studies naar het gebruik van psilocybine bij mensen met kanker in het eindstadium die aangaven aan angst en depressie te lijden, toonden aan dat deze personen een vermindering van deze symptomen ervoeren na gebruik van het medicijn. Dit bracht andere onderzoekers ertoe om het gebruik van psilocybine bij de behandeling van depressie te onderzoeken, inclusief therapieresistente depressie (d.w.z. depressie die niet reageert op traditionele behandelingen). Het onderzoek van Carhartt-Harris en collega’s was voornamelijk gericht op de haalbaarheid van het gebruik van psilocybine om therapieresistente depressie te behandelen. Uit het onderzoek bleek dat deze aanpak veilig is. Het betrof een kleine groep van 12 patiënten, wat te klein is om definitieve conclusies te trekken. Bij een groep mensen die al jaren depressief waren en niet reageerden op andere behandelingen, werd echter bij 8 van de 12 deelnemers een duidelijk effect waargenomen. Hiervan voldeden er 7 aan de criteria voor “remissie” (d.w.z. niet langer aan de criteria voor depressie). Dit effect hield aan na 5 weken en na 3 maanden waren de effecten nog steeds aanwezig. Daarna ging een deel van de deelnemers door met therapie en/of medicatie, en sommigen organiseerden hun eigen psilocybinesessies buiten het onderzoek om. Na 6 maanden waren de effecten nog steeds duidelijk (vergelijkbaar met die waargenomen na 3 maanden), met een effectgrootte van 1,7 (Cohen’s d, een zeer groot effect). Van de 9 responders na 5 weken vielen er slechts 3 terug. Het is vermeldenswaard dat de deelnemers vrij moesten zijn van antidepressiva, met name SSRI’s, en dat eventuele noodzakelijke medicatie vooraf onder toezicht werd gestopt.

Obsessief-compulsieve stoornis

Momenteel is er alleen anekdotisch bewijs voor het gebruik van psychedelica en psychedelica-ondersteunde psychotherapie bij de behandeling van obsessief-compulsieve stoornis (OCS). Er zijn lopende studies in de Verenigde Staten (door Moreno aan de Universiteit van Arizona en Kelmendi aan de Yale University) die de effecten van deze behandeling onderzoeken. In een studie met een zeer kleine steekproef van 9 deelnemers bleek dat de symptomen van OCS tijdelijk verdwenen na inname van psilocybine. Dit waren deelnemers met een therapieresistente vorm van OCS (eerdere behandelingen hadden weinig of geen effect). De verstrekte begeleiding was minimaal en gericht op veiligheid in plaats van op therapeutische interactie. Twee deelnemers hadden bijna een week minder symptomen en één deelnemer bleef zes maanden na het onderzoek in remissie. Een casestudy toonde aan dat een persoon met ocs elke drie weken een zeer lage dosis psilocybine nam, waardoor opdringerige gedachten werden voorkomen. Dit effect hield minstens een jaar aan. Wat hier interessant aan is, is dat de ‘mystieke ervaring’ die in veel onderzoeken centraal lijkt te staan ​​bij symptoomverbetering, in dit geval niet nodig lijkt. Hoewel deze resultaten intrigerend zijn, is het noodzakelijk om te wachten op de lopende onderzoeken om meer te weten te komen over de effecten van psilocybine op OCS.

Moreno, F.A., Wiegand, C.B., Keolani Taitana, E., & Delgado, P.L. (2006) Safety, tolerability and efficacy of Psilocybin in 9 patients with obsessive-compulsive disorder Journal of clinical psychiatry 67:11, 1735 – 1740

Meer informatie is te vinden bij de GGD, Klik hier voor meer informatie

psilocybine
psilocybine
×